MAX TAK
Max Tak
Het bioscooporkest onder leiding van de joodse componist, musicus en journalist Max Tak van het Tuschinski Theater in Amsterdam is twintig jaar lang, tot aan de Duitse bezetting, een groot succes. Elke week weet Max Tak muziek samen te stellen waarmee de zwijgende filmbeelden, tijdens drie voorstellingen per dag, worden ...
Instrumenten
componist
Genoemd in de biografie van
1924
Boris Lensky
1929
Melle Weersma
1930
The Ramblers
1940
Leo Fuld
Biografie Max Tak
Het bioscooporkest onder leiding van de joodse componist, musicus en journalist Max Tak van het Tuschinski Theater in Amsterdam is twintig jaar lang, tot aan de Duitse bezetting, een groot succes. Elke week weet Max Tak muziek samen te stellen waarmee de zwijgende filmbeelden, tijdens drie voorstellingen per dag, worden begeleid. Daarnaast is hij actief als publiciteitschef van het theater, schrijft programmaboekjes en is de auteur van de memoires van Abraham Tuschinski. Hij recenseert de moderne jazz in De Telegraaf, interviewt jazzcoryfeeën als Duke Ellington en is jurylid bij verschillende jazzfestivals. Voor de AVRO-radio verzorgt hij concerten met het orkest van het Tuschinski Theater en presenteert diverse platenprogramma's. Samen met tekstschrijver en Tuschinski-collega Alex de Haas schrijft Tak het openingslied van het AVRO-amusementsprogramma De bonte dinsdagavondtrein.
1891 - 1906
In de Halvemaansteeg in Amsterdam wordt op 9 augustus 1891 Max Tak geboren. Zijn vader Joseph Tak stamt uit een familie van joodse diamantbewerkers. Max Tak wil graag viool spelen en ondanks de financiële situatie weet vader vioollessen te regelen voor zijn zoon, op voorwaarde dat hij ook de driejarige-HBS zal afmaken. Hij krijgt zijn eerste vioollessen van de violisten William Klein, Sylvain Noach en Johan C. Herbschleb, die eerste violist is in het Concertgebouworkest.
1906 - 1914
Na de voltooiing van de HBS nodigt Herbschleb Max Tak uit om voor te spelen voor de dirigent Willem Mengelberg. Zo krijgt hij een stageplaats bij de tweede violen in het Concertgebouworkest. Tak studeert verder aan het Amsterdamsch Conservatorium bij de viooldocent Alexander Schmuller. Ook volgt hij lessen in compositieleer bij de componist Cornelis Dopper. Aangezien de verdiensten bij het Concertgebouw niet veel zijn, vijfentwintig gulden per maand, besluit Max Tak bijbaantjes aan te nemen, zoals in de amusementssector en horeca waar veel vraag is naar klassiek geschoolde orkestmusici. Samen met zijn zus en pianiste Mary heeft Max Tak optredens tijdens diverse concerten om zodoende, naast zijn handeltje in violen en strijkstokken, extra inkomsten te verkrijgen.
1914
Op uitnodiging van zanger en cabaretier Jean-Louis Pisuisse schrijft Max Tak zowel de tekst als de muziek van vier liedjes. De Fancy-Fair en De Gangen van het Concertgebouw worden populaire nummers op het repertoire van Pisuisse.
1916
Max Tak treedt in het huwelijk met de concertzangeres Ypkje Zeinstra. Ruim zes maanden later wordt hun dochter geboren. Bij het Concertgebouworkest heeft hij inmiddels een plaats bij de eerste violen, maar besluit, vanwege een aanlokkelijk salaris, toch over te stappen naar het Cinema Palace in de Kalverstraat in Amsterdam. Daar formeert hij een bioscooporkest om zwijgende films te begeleiden. Voor dit orkest schrijft hij zelf de muziek: arrangementen van thema's uit het populair-klassieke repertoire en eigen melodieën, om de gebeurtenissen op het witte doek extra dramatiek te geven.
1921
Wanneer de Rotterdamse bioscoopexploitant Abraham Tuschinski zijn filmpaleis in de Reguliersbreestraat opent vraagt hij Max Tak voor de directie van het bioscooporkest. Tak maakt deze overstap en blijft de functie van violist, dirigent en componist vervullen tot aan de Tweede Wereldoorlog.
1925
Na negen jaar huwelijk vraagt Ypkje Tak-Zeinstra een scheiding aan aangezien Tak er verscheidene andere relaties op nahoudt.
1928
Max Tak verzorgt de muziek voor de Olympische Zomerspelen in Amsterdam.
1931
In een Parijse studio, waar het podium van het Concertgebouw is nagebouwd, is Max Tak geluidsadviseur tijdens de filmopnamen van Willem Mengelberg met het Concertgebouworkest.
1934
Max Tak componeert de muziek voor de Nederlandse speelfilm Het meisje met den blauwen hoed.
1937
Ook als regisseur is Max Tak actief, zoals in de Nederlandse nasynchronisatie van de animatiefilm Snow White and the Seven Dwarfs van Walt Disney.
1940
Het Tuschinski Theater komt in Duitse handen, wordt voortaan Tivoli genoemd en de joodse Max Tak wordt ontslagen. Zogenaamd als paardenverzorger komt hij terecht bij een circusgezelschap dat de rijke vatenfabrikanten Bernard en Oscar van Leer als voorwendsel hebben opgezet om bevriende joodse Nederlanders heelhuids naar het buitenland te laten ontkomen.
1943
Via België, Frankrijk, Spanje, Cuba en Curaçao komt Max Tak uiteindelijk terecht in New York. Vanwege de slechte werkgelegenheid in de muziek besluit hij zijn werkterrein te verleggen en komt zodoende terecht bij de CBS-radio. Hier presenteert hij het programma Nederland in Oorlogstijd, bestemd voor de Nederlandse zeevaart.
1945
Na de bevrijding van Nederland blijft Tak in New York wonen en werkt hij voor verschillende radioprogramma's. Zo is hij correspondent voor Elsevier's Weekblad en het AVRO's Radiojournaal en verzorgt hij een wekelijkse rubriek, Het Max Takkwartiertje, voor de Antilliaanse radio. Ook vestigt hij een promotiebureau voor Nederlandse artiesten die in de Verenigde Staten willen optreden: het Comité voor Nederlandse Muziek. Zodoende weet hij de eerste Amerikaanse tournee van het Concertgebouworkest te realiseren en introduceert hij de zanger Willy Alberti bij het Amerikaanse publiek.
1967
Op 8 augustus 1967 overlijdt Max Tak in New York. Zijn wens om in Nederland begraven te worden wordt vervuld. Na te zijn opgebaard in het Concertgebouw wordt Tak begraven op de Israëlitische begraafplaats in Muiderberg.
In de discografie worden officiële opnamen die zijn uitgebracht van de betreffende persoon, band of ensemble per soort geluidsdrager chronologisch opgesomd. Meerdere uitgaven binnen hetzelfde jaar staan alfabetisch gerangschikt. Bij Gastbijdragen worden alleen bijdragen gelinkt aan platen van acts die een volledige vermelding hebben in de Muziekencyclopedie. Dit overzicht is bedoeld als index en biedt daarom geen volledige opsomming. Als muzikanten ook deel uitmaken van de bezetting van een band die in de encyclopedie staat, zijn de discografische gegevens terug te vinden bij de desbetreffende band.