EDUARD FLIPSE
Eduard Flipse
Dirigent Eduard Flipse wil Rotterdam een symfonieorkest van naam geven en toont zich daarin een onvermoeibare doorzetter. Zo stelt hij voor zijn Rotterdams Philharmonisch Orkest programma's samen uit werken van klassieke én van onbekende eigentijdse componisten. Dit om zo ook het jonge publiek te behagen. Zodoende dirigeert hij tijdens zijn ...
Instrumenten
dirigent
Genoemd in de biografie van
1892
Johanna Bordewijk-Roepman
1912
Gijsbert Nieuwland
1920
Alex van Amerongen
1930
Léon Orthel
1930
Rotterdams Philharmonisch Orkest
1943
Willem Landré
1949
Matthijs Vermeulen
1950
Feike Asma
1954
Het Brabants Orkest
1955
Will Eisma
Biografie Eduard Flipse
Dirigent Eduard Flipse wil Rotterdam een symfonieorkest van naam geven en toont zich daarin een onvermoeibare doorzetter. Zo stelt hij voor zijn Rotterdams Philharmonisch Orkest programma's samen uit werken van klassieke én van onbekende eigentijdse componisten. Dit om zo ook het jonge publiek te behagen. Zodoende dirigeert hij tijdens zijn leven 101 wereldpremières. Zijn naam leeft op vele manieren voort. Zo is er de Eduard Flipse Zaal in De Doelen in Rotterdam, het Eduard Flipse Fonds (de stichting ter ondersteuning van het Rotterdams Philharmonisch Orkest) en het Eduard Flipse Internationaal Pianoconcours. Ook zijn er in Nederland enkele straten naar hem vernoemd. Een teken van waardering voor deze dirigent die van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, ondanks tussenkomst van de Tweede Wereldoorlog, een toporkest weet te maken.
1896 - 1907
Eduard Flipse wordt op 26 februari 1896 te Wissenkerke geboren. Zijn grootvader is goudsmid en zijn vader, Cornelis Flipse, is kleermaker en organist van de Nederlands Hervormde Kerk in Wissenkerke. Daarnaast dirigeert hij meerdere koren en muziekkorpsen op het Zeeuwse eiland Noord-Beveland.
1908 - 1915
Wanneer de familie in 1908 een piano aanschaft raakt het streng godsdienstige dorp in rep en roer. Kleermaker Cornelis Flipse verliest er zelfs enkele klanten door. Zoon Eduard Flipse blijkt echter muzikaal talent te hebben en vervangt dan ook zijn vader regelmatig als organist in de kerk. Al gauw komt ook zijn natuurlijke aanleg voor het improviseren naar boven. Ook speelt de jonge Eduard Flipse klarinet in de muziekkorpsen van zijn vader en helpt hij zijn vader bij het overschrijven van de muziekpartijen. Flipse studeert piano in Goes bij de musicus Karl Otto Lies. Naast het geven van pianolessen brengt Lies Flipse in aanraking met de moderne Franse muziek, zoals Claude Debussy en Maurice Ravel.
1916 - 1917
In 1916, in Rotterdam, voltooit Eduard Flipse zijn pianostudie bij de dirigent en pianist A.B.H. Verhey. Hij studeert cum laude af en ontvangt het pianodiploma der Koninklijke Nederlandsche Toonkunstenaars Vereeniging.
1918 - 1919
Na twee jaar in dienst te zijn geweest in de mobilisatie vestigt Eduard Flipse zich in 1918 als pianodocent en koordirigent in Rotterdam. Tevens studeert hij muziektheorie bij de componist Henri Zagwijn.
1920 - 1922
In 1920 wordt Flipse aangesteld tot repetitor van het Rotterdamsch Toonkunst Koor. De dirigent van het koor, Evert Cornelis, ontdekt de aanleg voor directie bij Flipse en besluit hem een gedegen opleiding te geven.
1923 - 1925
Eduard Flipse treedt op 27 december 1923 in het huwelijk met Louise Francina Victoria Snel. Ze krijgen samen een zoon.
1926 - 1929
Na enkele gastdirecties wordt Eduard Flipse in 1926 aangesteld, door het bestuur van het Rotterdamsch Philharmonisch Genootschap, als dirigent van het harmonieorkest van dit genootschap. Flipse vervolgt zijn muziektheorielessen in Parijs waar hij incidenteel les neemt bij de componisten Louis Aubert en Albert Roussel. Ook maakt hij in Parijs persoonlijk kennis met onder andere de componisten Darius Milhaud, Arthur Honegger, Alexandre Tansman, Georges Auric en Francis Poulenc. Flipse wordt in 1927 benoemd tot tweede dirigent van het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest (R.Ph.O.). In deze functie introduceert hij in de serie zaterdagmiddagconcerten onder meer 'La mer' van Claude Debussy en 'Shéhérazade' van Maurice Ravel.
1930 - 1934
Eduard Flipse wordt in 1930 aangesteld als eerste dirigent en artistiek leider van het R.Ph.O., een functie die hij vijfendertig jaar zal vervullen. Het publiek heeft echter steeds minder belangstelling voor het orkest, verwend als het is door de regelmatige optredens van het Concertgebouw- en Residentie Orkest in Rotterdam. Flipse gaat echter de concurrentie met deze zeer professionele orkesten niet aan, maar richt zich op de muzikale verlangens van een groot en jong publiek uit de middenklasse. Op vrijwel elk concert introduceert hij zodoende één of meer nieuwe composities. Dit beleid trekt niet alleen de aandacht in binnen- en buitenland maar maakt ook dat het publiek vertrouwd raakt met het muziekrepertoire van de eigentijdse componisten.
1935 - 1939
In 1935 wordt de Vereeniging tot Instandhouding van het R.Ph.O. opgericht waardoor het mogelijk is de orkestmusici voor enkele maanden te contracteren. Het orkest ontvangt gemeentelijke subsidie maar rijkssubsidie blijft uit. Ondanks de financiële zorgen weet Flipse met zijn orkest een bijzondere reeks van premières voor Nederland te verwezenlijken. Zo is Eduard Flipse de eerste Nederlandse dirigent die het ballet 'Le sacre du printemps' van Igor Stravinsky dirigeert. Ook introduceert hij aan het Nederlandse publiek het vioolconcert, geschreven in 1935, van de Oostenrijkse componist Alban Berg.
1940 - 1941
Het orkest krijgt onder leiding van Flipse lovende kritieken, maar de werkomstandigheden tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn slecht. Het orkest wordt nauwelijks financieel ondersteund. Daarnaast is er in Rotterdam geen goede concertzaal. Bij het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940 verliest het orkest zijn bibliotheek, zijn repetitieruimte en een groot gedeelte van de instrumenten. Flipse weet echter binnen een maand weer concerten te geven, al is het dan in de open lucht. Het zomerseizoen wordt afgesloten met een uitvoering van het 'Te Deum' van Alphons Diepenbrock. Eduard Flipse en Louise Francina Victoria Snel besluiten te gaan scheiden en op 6 juli 1940 wordt de echtscheiding voltrokken.
1942
Op 7 oktober treedt Eduard Flipse opnieuw in het huwelijk, met Margaretha Cornelia Broeders.
1943
Ondanks de toenemende problemen van de oorlog worden er door het R.Ph.O. toch vaak twee concerten op één dag gegeven. Onder invloed van de Duitse cultuurpolitiek van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten wordt ook de subsidie voor het orkest verhoogd. Zo is Flipse in staat voor zijn musici optimale arbeidsomstandigheden te realiseren en krijgt hij voor alle orkestleden vrijstelling van de Arbeidsinzet. Ook krijgt Flipse toestemming om de door de bezetter gestelde beperkingen in de programmering van kunstuitingen te overschrijden. Een uitvoering op 16 april van Psalm 119 'Qu'ils soient confondus et qu'ils reculent tous ceux qui haïssent Sion' van de Franse componiste Lili Boulanger wordt echter niet gewaardeerd door de bezetter. Op 31 augustus treedt het stichtingsbestuur van het orkest af. Dit naar aanleiding van het feit dat het bestuur bezwaren heeft tegen de opgelegde verplichting het orkest ten bate van Frontzorg (een organisatie die de Nederlandse vrijwilligers aan Duitse zijde in Rusland steunt) te laten optreden. Flipse wil echter niet de subsidie in de waagschaal leggen en besluit zelf de bestuurlijke en administratieve taken waar te nemen.
1944
Tijdens de razzia's in november worden enkele orkestleden opgepakt. Flipse weet door zijn samenwerking met de bezetter hen echter weer vrij te krijgen.
1945
Op 2 april verzorgt Flipse een uitvoering van liederen uit 'Valerius' Gedenckclanck' gevolgd door 'Hollandsch vlag' van J.P.J. Wierts.
1946 - 1953
Het beleid van Flipse tijdens de bezetting wordt na de bevrijding zeer kwalijk genomen. Een Ereraad voor de Muziek beoordeelt zijn samenwerking met het door de bezetter ingestelde en geheel nationaalsocialistisch geleide departement van Volksvoorlichting en Kunsten als verwerpelijk, en legt hem een dirigeerverbod op tot 5 mei 1948. Flipse gaat hiertegen echter in beroep en op 9 november 1946 heft de Centrale Ereraad voor de Kunst dit verbod op. Zijn functie als dirigent van het orkest is ingevuld door de Hongaar Gyula Bandó maar Flipse kan zijn werk weer spoedig hervatten.
1954 - 1957
Ter gelegenheid van het 125-jarig jubileum van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst verzorgt Flipse in de Ahoy'-hal in Rotterdam op 3 juli 1954 een uitvoering van de achtste symfonie van Gustav Mahler. Met zijn eigen orkest en het Brabants Orkest, in samenwerking met elf Rotterdamse koren, worden er drie concerten gegeven.
1958 - 1960
Eduard Flipse wordt in 1958 gevraagd om een concert van De Philharmonie in Antwerpen te dirigeren. Wegens succes wordt Flipse zo (onofficieel) aangesteld als dirigent. In Rotterdam blijft Flipse echter nog wel werkzaam als gastdirigent bij het Rotterdams Philharmonisch. Ook in Antwerpen weet hij het orkest te doen uitgroeien tot een professioneel symfonieorkest. Naast de organisatie van audities en het regelen van solisten en gastdirigenten neemt hij het orkest mee op tournees naar het buitenland. Tevens zet hij regelmatig eigentijdse muziek op het programma.
1961
De Van Oldenbarneveltpenning, de hoogste gemeentelijke onderscheiding van de stad Rotterdam, wordt dit jaar aan Eduard Flipse toegekend.
1962 - 1968
In 1962 neemt Flipse afscheid van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ook slaat hij op 9 juli 1962 de eerste paal in de grond voor het gebouw van concert- en congrescentrum De Doelen.
1969
Op 11 februari, ter viering van de vijftigste verjaardag van het Rotterdams Philharmonisch, dirigeert Flipse zijn allerlaatste Rotterdamse concert.
1970 - 1972
Flipse dirigeert op 11 mei 1970 voor de laatste maal (als vaste dirigent) De Philharmonie van Antwerpen.
1973
Eduard Flipse overlijdt op 11 september in Breda.
Discografie Eduard Flipse
Albums | Singles | Compilaties | Overig | Gastbijdragen
Highlights of the 1930-1950 Dutch orchestral repertoire
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | 2LP, 1983 |
Label | Composers' Voice, 8303 |
The Virgin queen's dream monologue
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | LP, 1994 |
Label | Cri, SRD 124 |
Uitgave ter herdenking van de 100e geboortedag van Eduard Flipse
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | 3CD, 1996 |
Label | Eduard Flipse Stichting, EFS 100/101/102 |
Dutch masters Vol.55 - Het puik van zoete kelen
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | CD, 1999 |
Label | Philips, 4643852 |
Dutch masters Vol.49 - Great pianists from the Netherlands
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | 5CD, 2000 |
Label | Philips Dutch Masters, 4643762 |
65 Jaar concertpianist 1921-1986
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | LP, |
Label | RCA Ariola Benelux, SP 210986 |
Antwerpens Ph.Orkest
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | LP, |
Label | Dankers, 113217 |
Historic recordings
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | 2LP, |
Label | Composers' Voice Special, CVS 1987/1 |
componist | Willem Pijper |
Levend verleden 50 jaar vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | LP, |
Label | Wijnand van Hooff, B 2655 |
Mahler: Symfonie no.6 in a kl.t.
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | LP, |
Label | Philips, A 00297/9 L |
Modern music series
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | LP, |
Label | Philips, A 02242 L |
Adagio's
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | 78 Toeren, |
Label | Philips, NG 12051 |
componist | Willem Pijper |
Don Juan op.20
Act | Eduard Flipse |
Type en jaar | 78 Toeren, |
Label | Parlophone, O 3650/1 |
In de discografie worden officiële opnamen die zijn uitgebracht van de betreffende persoon, band of ensemble per soort geluidsdrager chronologisch opgesomd. Meerdere uitgaven binnen hetzelfde jaar staan alfabetisch gerangschikt. Bij Gastbijdragen worden alleen bijdragen gelinkt aan platen van acts die een volledige vermelding hebben in de Muziekencyclopedie. Dit overzicht is bedoeld als index en biedt daarom geen volledige opsomming. Als muzikanten ook deel uitmaken van de bezetting van een band die in de encyclopedie staat, zijn de discografische gegevens terug te vinden bij de desbetreffende band.
Audio/Video Eduard Flipse
