folkrock
Geschiedenis
In de jaren zestig ontstane koppeling van in beginsel volledig akoestische volksmuziek aan elektrisch versterkte instrumenten in rockbandbezetting.
Lees meer...
Band Zonder Banaan
Brabantse feestband die met Nederlandstalige flauwekulrock eind jaren negentig furore maakt in het clubcircuit en op de grote festivals. Het eigen beheer-album De Baksteen Van De Samenleving wordt op eigen kracht de albumlijsten ingestuurd. En dat alles onder de slogan Verstand op nul en dan Nadenken. Later in de carrière ... Lees meer...
Belangrijke albums
't Aardse Juk van Pigmeat
Lief ende Leid van Fungus
Medusa van Reboelje
Geschiedenis van Folkrock
In de jaren zestig ontstane koppeling van in beginsel volledig akoestische volksmuziek aan elektrisch versterkte instrumenten in rockbandbezetting.
Het Engelse woord folk duidt binnen de pop de volksmuziek aan. In principe is iedere vorm van traditionele muziek - liederen die doorgegeven worden van generatie op generatie en al eeuwen streekgebonden - te markeren als volksmuziek, maar folk is toegespitst op popliedjes die gebaseerd zijn op, dan wel elementen overnemen van met name de Amerikaanse country en Keltische muziek. Andere vormen van traditionele muziek of muziek die op zo'n culturele traditie gebaseerd is, vallen onder de wereldmuziek.
Aanvankelijk lijken de stromingen folk en singer-songwriter hand in hand te gaan. In Amerika staan in de jaren vijftig en zestig mannen en vrouwen op die gewapend met een akoestische gitaar, indringende stem en scherpe tong het onrecht te lijf gaan. Singer-songwriters zijn het geweten van de pop, en dat zullen ze tot midden jaren zeventig blijven. Ze hebben een onuitwisbare indruk op de rockmuziek gemaakt, waarvan de teksten in beginsel doorgaans niet anders dan de liefde bezongen. Singer-songwriters tonen beat- en garagebands dat je muziek niet alleen meerwaarde kunt geven door wát je zingt, maar ook door hóe je dat zingt; welke woorden je daarvoor gebruikt. Het maakt de popmuziek meer literair en/of poëtisch. Omgekeerd gaat de opkomst van de beat en garage ook niet aan de singer-songwriters voorbij, waarvan er enkelen al snel hun akoestische gitaarliedjes laten ondersteunen door een heuse, elektrisch versterkte band. De folkrock is dan geboren. Tot groot verdriet van puristische folkliefhebbers, overigens.
De eerste en belangrijkste folkrockgroep van Nederland is Fungus. Opgericht in Vlaanderen, in 1972, rond Bob Dekenga (accordeon, gitaar, toetsinstrumenten, zang) en Kees Maat (accordeon, orgel, piano, zang), om zich toe te leggen op het uitvoeren van Engelse en Schotse folk. Ondanks het folkvriendelijke klimaat van de jaren zestig en zeventig, staat de Nederlandse folk dan nog in de kinderschoenen. De toenemende belangstelling voor vaderlandse muzikale roots is uiterst puristisch georiënteerd, terwijl de meer progressieve folkmuzikanten hun inspiratie ontlenen aan Angelsaksische voorbeelden en aan Nederlandse tradities geen boodschap hebben. In 1974 is Fungus de eerste band die Nederlandse volksmuziek en folkrock durft samenbrengen. De titelloze debuutelpee, die naast Nederlandse traditionals nog voor de helft Brits materiaal bevat, wordt Fungus' meest succesvolle plaat, vooral dankzij de hitsingle Kaapren Varen. Van het debuutalbum worden in 1974 circa 18.000 exemplaren verkocht. Fungus staat daarop als enige Nederlandse groep op het Pinkpop Festival en er wordt succesvol getourd door België, Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. In 1975 treedt Rens van der Zalm tot de band toe, die behalve elektrische gitaar ook volksmuziekinstrumenten als mandoline, doedelzak en fiddle inbrengt en daarmee de band van een meer 'authentiek' sausje voorziet. Toch zal het succes rond het debuut nooit meer geëvenaard worden, ten dele ook door een veranderend muzikaal klimaat (eind zeventig is de tijd van de punk), waarop de band in 1979 wordt opgeheven. Van der Zalm voegt zich daarop bij Fungus' meer puristische navolger Wolverlei, terwijl Piek met contrabassist Wim Kerkhof de folkband Amazing Stroopwafels in het leven roept.
Eind jaren zeventig is het tijdperk van de punk, wat ongunstig lijkt voor vrijwel ieder ander bestaands genre in de popmuziek. De volksmuziek krijgt het stempel opgedrukt duf en saai te zijn, 'geitenwollen sokken muziek', en verdwijnt naar de marge. Veel groepen houden op te bestaan en folkfestivals verdwijnen of veranderen noodgedwongen sterk van insteek. Opmerkelijk is daarom dat het juist punkbands zijn die het genre eind jaren tachtig beginnen incorporeren. Pigmeat komt in 1989 voort uit punkpopband Kobus Gaat Naar Appelscha en bestaat uit duo Jan Seunnenga en Sytse Haima, dat hun country-, folk- en bluesgrass-repertoire de rauwheid van de punk toedicht. Invloeden uit Amerikaanse muzieksoorten uit de jaren dertig, veertig en vijftig (hillbilly, oldtime, country, folk en bluesgrass) worden met humor gecombineerd met elementen uit de Europese folk, pop, rock en jazz. Tot het instrumentarium behoren onder veel meer een schaar, kazoo, kuttepiel (een merkwaardig percussie-instrument met platgeslagen bierflesdoppen) en koeiebel. Het gevolg is een aanstekelijk repertoire van eigen en traditionele nummers, dat in kroegen en het clubcircuit vertolkt wordt. Dat gebied weet de band met de nodige releases uit te breiden naar Lowlands (1995), België en Duitsland. Een ander eigengereid Fries gezelschap is Reboelje, met de veelzijdige Marius de Boer als middelpunt. Na vooral lokale bekendheid te hebben genoten, debuteert de band in 1989 met het in eigen beheer opgenomen Skepper Fan De Skepper, een dromerig rockalbum met folkneigingen over geloof, mystiek en onbegrip. Op het door Herman Hesse's boek Der Steppenwolf gebaseerde conceptalbum Magysk Teater, Allenich Foar Gekken (1990) wordt de rockmuziek van Reboelje nog nadrukkelijker van folkinvloeden voorzien en krijgt de toch al zo gepassioneerde muziek een extra dimensie door vioolspel van Remi Adriaanz. De derde plaat Medusa (1993) vindt een balans tussen zweverige rock, meeslepende folk en mystiek. De cd wordt gepresenteerd met een gewaagd theaterstuk waarin landlopers, dwazen en pelgrims de toon zetten. Reboelje waagt zich daarop in 1996 aan een eerste volwaardige muziektheaterproductie: De Brulloft, It Ferhaal Fan 'N Branmerke Famke. Het theaterprogramma Blau Paradys (2002), geïnspireerd op het werk van de schilder Boeke Bregman (1918-1981), is een combinatie van film, theater, beeldende kunst, poëzie en livemuziek. In de tussentijd is de band Friestalige platen blijven uitbrengen, waarmee men vooral in het buitenland zeer populair is.
Vanaf de jaren tachtig wordt de folk ook gekoppeld aan andere muzieksoorten, van MOR tot elektronisch gegenereerde dansmuziek tot metal. Daarbij is vooral de Ierse folk en die uit Scandinavische landen populair, waarbij men het vooral in het dansbare, feestelijke en tranceachtige element van die muziek zoekt. Op popfestivals zijn dit soort bands graag geziene gasten.