reggae
Gerelateerd
Geschiedenis
Muziekstijl die eind jaren zestig op het eiland Jamaica ontstaat, uit het samengaan van de muzieksoorten mento en rocksteady. Reggae wordt gekenmerkt door een loom vierkwartsritme, waarin het accent ligt op de afterbeat: de tweede en vierde tel.
Lees meer...
Carlo Jones (2)
Carlo Jones jr, het neefje van Carlo Jones, is zanger, entertainer, tekstschrijver en frontman van diverse soul, funk- en reggaebands vanaf begin jaren ´80. Vanaf 2009 werpt hij zich op als organisator van reggae-sessies en fungeert hij als bandcoach. Lees meer...
Belangrijke acts
Geschiedenis van Reggae
Muziekstijl die eind jaren zestig op het eiland Jamaica ontstaat, uit het samengaan van de muzieksoorten mento en rocksteady. Reggae wordt gekenmerkt door een loom vierkwartsritme, waarin het accent ligt op de afterbeat: de tweede en vierde tel.
Als Christopher Columbus in 1492 na een lange oceaanreis aan wal gaat is dat in eerste instantie niet in Amerika, maar in Jamaica. De Spanjaarden jagen er de oorspronkelijke bewoners de dood in en laten het eiland, als de Engelsen het willen veroveren, verdedigen door hun meegebrachte Ghanese slaven. Tevergeefs. Die slaven duiken onder in de bossen en het eiland valt in handen van de Britten. In de eeuwen daarna vullen zij Jamaica met Angolese en Indiase slaven. Jamaica kent daarmee van oudsher veel verschillende culturen, die allemaal hun eigen volksmuziek meenemen, evenals hun geloof en de daarbijbehorende gewijde muziek. Dit resulteert in een muziekcultuur met een mengelmoes aan stijlen. Eén daarvan is het dansbare mento, dat, tot aan 1950, zeer populair is. Met het betaalbaar worden van radiotoestellen in de jaren vijftig schakelt heel Jamaica echter over op de rhythm & blues die vanuit het nabijgelegen New Orleans wordt uitgezonden. Muziekliefhebbers reizen regelmatig naar die Amerikaanse stad om singletjes te kopen. Terug op Jamaica draaien ze die plaatjes tijdens feesten. Hieruit ontstaan de eerste soundsystems: een op een vrachtwagen verankerde geluidsinstallatie, waarmee men feesten van muziek voorziet. Er ontstaat veel competitie tussen deze rijdende discotheken. De populariteit bij het publiek moet blijvend verdiend worden en de concurrentie continu voorgebleven, wat een kwestie is van steeds de nieuwste en beste muziek hebben. Die muziek vervaardigt men met de tijd geheel zelf, in een eigen opnamestudio.
De meeste Jamaicaanse muzikanten spelen eind jaren vijftig, begin jaren zestig de Amerikaanse rhythm & blues na. Om het dansgrage publiek ter wille te zijn doen ze dat vrij snel en met weglating van de rustigere passages. Na enkele jaren groeit hieruit een eigen muziekstijl: ska. Dit wordt gekenmerkt door een dominante afterbeat (door de slaggitaar gespeelde tweede en vierde maat in de vierkwartsmaat). Ska is aanvankelijk instrumentaal, want bedoeld als dansmuziek, maar enkele DJ's van soundsystems proberen er over te zingen of, gezien het tempo van de muziek, snel over te spreken. In 1962 wordt Jamaica onafhankelijk. Hoe mooi de vrijheid ook, voor het merendeel van de bevolking gaat de levenskwaliteit er op achteruit. DJ's en muzikanten beginnen hun onvrede daarover te uiten op een - bewust - wat tragere variant van de ska, de rocksteady. De lome muziek laat toe dat er veel emotie in de zang gelegd kan worden, en, in de studio, zelfs fraaie koorharmonieën. Eind zestig zijn ska en rocksteady uitgeput en moeten de producers, hun bands en hun soundsystems op zoek naar iets nieuws. Dit leidt tot het koppelen van de rocksteady aan het typische ritme van de twintig jaar eerder zo populaire mento. De reggae is geboren. Een muzieksoort die de wereld verovert. Enerzijds dankzij de charismatische persoonlijkheid van Bob Marley, die het genre in de jaren zeventig op de landkaart plaatst, maar ook dankzij de duidelijke politiek-maatschappelijke identiteit van de reggaeartiesten die vooral in veel derdewereld landen enorm aanspreekt.
Reggae is in Nederland al in een vroeg stadium populair. Desmond Dekker scoort in 1969 met zijn rocksteady-hit Israelites hier al een nummer één hit. In de jaren daarna scoren Jimmy Cliff, Dave & Ansil Collins, The Pioneers en Greyhound eveneens grote hits. Nederland is ook het eerste land buiten Jamaica waar Bob Marley & The Wailers de hitparade halen, in 1973 met Get Up Stand Up. De eerste Nederlandse reggaegroep is Cake uit Haarlem, met in de gelederen de gitaristen Rob van Donselaar en Rob ten Bokum en de latere Doe Maar-drummer René van Collum. In 1976 haalt de band de tipparade met het aanstekelijke No Money No Love, een jaar later met het al even zomerse Reggae Woman. Die eerste jaren is het reggaeritme voor Nederlandse muzikanten echter vooral een gimmick. Dat verandert rond 1980, als ska inmiddels een rage is en ook reggae geaccepteerd is geraakt. Een meer authentieke benadering krijgt de overhand. Marchena City van Sista Spliff & Demon Dread is het eerste Nederlandse reggaealbum. Andere acts uit die tijd zijn Easy, Communication, The Walkman, Bloodcat, Inity en Brimstone. Inity is een Amsterdamse formatie die wordt opgericht in 1980 en volledig uit in Suriname geboren muzikanten bestaat. Zij zullen met hun pure reggae op een enkel hitsucces na een zekere factor in het undergroundcircuit blijven. Met de komst van Henny Vrienten in Doe Maar in 1980 doet de reggae in deze band haar intrede. Het resulteert in een volstrekt eigen popgeluid. Dankzij Doe Maar groeit een hele generatie op met een voorliefde voor het heupwiegende ritme van de reggae.
Het is opvallend dat in Nederland, dat weinig Jamaicanen herbergt, juist de Surinamers met de reggae aan de haal gaan; al mixen ze het genre wel met andere muzieksoorten. Zoals bijvoorbeeld Imro E. Belliot en zijn begin jaren tachtig gestarte P.I Man & Memre Buku met Afro-beat en Surinaamse muziek en Super & The Allstars, begin negentig, met rock. Uit Super & The Allstars komen Ross & Iba voort. Binnen het Surinaamse en Antilliaanse circuit zijn deze bands blijvend succesvol. Daarbuiten merkt niemand er iets van, ondanks dat Super & The Allstars of een band als Johnny Baby & The Liberators (opgericht midden tachtig) hoge ogen gooien op De Grote Prijs van Nederland. Hitparadesucces is echter alleen weggelegd voor voetbalster Ruud Gullit die in 1984 voor een keer als voorzanger optreedt bij de band Revelation Time in Not The Dancing Kind. Daarna is het wachten tot 1993, als Roots Syndicate een nummer 1-hit heeft met het aloude nummer Mocking Bird Hill. Ook dat succes is slechts eenmalig, wat de band doet besluiten ermee op te houden.
P.I Man & Memre Buku Super & The Allstars Ross & Iba Johnny Baby Revelation Time Roots Syndicate
De Rotterdamse Postmen, onder aanvoering van Anonymous Mis, scoren in 1998 een internationale hit met hun debuutsingle Cocktail, een mix van reggae en hiphop. Een gelegenheidscover van Doe Maar's De Bom (samen met Def Rhymz) haalt zelfs de top drie. Daarna stagneert de carrière van de groep enigszins. Ondertussen breekt het volledig blanke Beef! door met een aanstekelijke mix van reggae, rocksteady, raggamuffin en hiphop. Feestmuziek die het vooral op zomerfestivals goed doet, maar inhoudelijk interessant genoeg is om ook op het Les Nuits Atypiques de Koudougou-festival te Burkina Faso te komen. Voor zijn tweede album werkt de groep in 2002 samen met Bitty Mclean, de producer van o.a. UB40 en Sly & Robbie. Beef! krijgt een jaar later een Zilveren Harp uitgereikt. Een band die meer in de lijn van Doe Maar zit is het Friese Luie Hond.
In 2005 breekt het vanuit het Caribische gebied overgewaaide subgenre reggaeton door in Europa. Bij reggaeton worden Spaanstalige raps neergelegd over Jamaicaanse dancehall en Latijns-Amerikaanse salsaritmes.