romantiek
Gerelateerd
Geschiedenis
Hoewel vele romantici de klassieke vormen (symfonie, strijkkwartet) bleven hanteren ontstond er een duidelijke tendens van zelfexpressie: de componist drukte vooral zijn gevoelens uit en paste de vorm daarbij aan. Zo werden Schubert en Schumann grondleggers van de intieme, Duits-romantische liedkunst en componeerden Frédéric Chopin en Franz Liszt vanuit hun virtuositeit als pianist stukken met min of meer vrije vormen. Een romantisch trekje is ook het toespelen op volksmuziek, waarmee componisten het geluid van 'de gewone man' wilden uitdrukken ofwel hun nationale identiteit wilden bevestigen. Het groeiende artistieke zelfbewustzijn – de kunstenaar als 'genie', een intermediair tussen het aardse en het hogere – bewoog veel componisten tot een overlapping met schilderkunst en literatuur. Hector Berlioz, Liszt en later Richard Strauss schreven 'symfonische gedichten' waarin de muziek verhaalt en uitbeeldt. Het hoogtepunt kwam met de opera's van Richard Wagner: 'Gesamtkunstwerke' waarin muziek, tekst en beeld elkaar voortdurend beïnvloeden. In Wagners kielzog ...
Lees meer...
Van Swieten Society
De Van Swieten Society is één van Nederlands toonaangevende ensembles op het gebied van de oude muziek. Het is een flexibel ensemble gevormd door een vaste kern van musici onder leiding van fortepianist Bart van Oort. Lees meer...
Geschiedenis van Romantiek
Hoewel vele romantici de klassieke vormen (symfonie, strijkkwartet) bleven hanteren ontstond er een duidelijke tendens van zelfexpressie: de componist drukte vooral zijn gevoelens uit en paste de vorm daarbij aan. Zo werden Schubert en Schumann grondleggers van de intieme, Duits-romantische liedkunst en componeerden Frédéric Chopin en Franz Liszt vanuit hun virtuositeit als pianist stukken met min of meer vrije vormen. Een romantisch trekje is ook het toespelen op volksmuziek, waarmee componisten het geluid van 'de gewone man' wilden uitdrukken ofwel hun nationale identiteit wilden bevestigen. Het groeiende artistieke zelfbewustzijn – de kunstenaar als 'genie', een intermediair tussen het aardse en het hogere – bewoog veel componisten tot een overlapping met schilderkunst en literatuur. Hector Berlioz, Liszt en later Richard Strauss schreven 'symfonische gedichten' waarin de muziek verhaalt en uitbeeldt. Het hoogtepunt kwam met de opera's van Richard Wagner: 'Gesamtkunstwerke' waarin muziek, tekst en beeld elkaar voortdurend beïnvloeden. In Wagners kielzog volgden de dramatische, sterk autobiografische symfonieën van Gustav Mahler. In Nederland kreeg de (Duitse) romantiek een bescheiden gevolg. Bij geen enkele 19e-eeuwse Nederlandse componist vind je de grootschaligheid en het pathos van Wagner en Mahler. Maar wel knoopte men aan bij de kleinere romantische genres en bij Felix Mendelssohn en Johannes Brahms, twee romantische componisten die dicht bij de vormvastheid van de klassieke periode bleven. Johannes Bernardus van Bree (1801-1857) werd bekend om zijn strijkkwartetten – een oer-klassiek genre – en drukte zich uit in een melodieus, Mendelssohn-achtig idioom. Ook de Duitse liedkunst sloeg in Nederland aan: Johannes Verhulst (1816-1891) componeerde meer dan honderd liederen op Nederlandse teksten, en de laat-romantische liederen van Anna Cramer (1873-1968) hebben volkslied- of opera-achtige trekjes. Volksmuziek, een romantisch visitekaartje, klinkt ook door in het sterk door Edvard Grieg beïnvloede werk van Julius Röntgen (1955-1932). Ook de muziek van Bernard Zweers (1854-1924) sluit melodisch vaak aan bij het volkslied. In orkestwerken spiegelden sommige Nederlanders zich aan de romantische trend van het symfonisch gedicht en de rapsodie, zoals blijkt uit de werken van Johan Wagenaar (1862-1941) en Peter van Anrooy (1879-1953). Na 1900 neigden Nederlandse componisten minder naar Duitse voorbeelden en meer naar het muzikaal impressionisme dat in Frankrijk was ontstaan. De latere liederen van Anna Cramer illustreren dat, evenals de orkestwerken van Alphons Diepenbrock (1862-1921). Diepenbrocks vroege composities staan duidelijk onder invloed van Wagner, maar na 1910 kennen zijn composities een Frans-georiënteerde helderheid en raffinement.